Voorwoord bij kadernota 2026

Geachte raad,

Goeree-Overflakkee is een prachtig eiland en een fijne gemeente om te wonen, werken en recreëren. We willen dit graag zo houden, maar dat vraagt in deze tijd om lastige keuzes.

Voor u ligt de Kadernota 2026. Het is een andere Kadernota dan we gewend zijn. De rode cijfers in deze nota benadrukken een zorgwekkend meerjarenperspectief.
Deze nota brengt maatschappelijke opgaven en ontwikkelingen in kaart en biedt een actueel beeld van onze financiële positie. Het document vormt de basis voor het opstellen van de Programmabegroting 2026. We vragen u vanuit uw kaderstellende rol richting mee te geven aan ons college.
De Kadernota is de basis. Met het rapport “Samen keuzes maken” verfijnen we de keuzes en geven we opdrachten mee voor het structureel sluiten van de meerjarenbegroting. Dit kan voelbaar worden in taken en kwaliteitsniveau van onze dienstverlening en in de samenleving.

Een gezonde begroting begint met een scherpe blik, niet met uitstel

Wethouder Petra 't Hoen

Gemeenten in heel Nederland hebben te maken met het zogenoemde "ravijnjaar". Door een veranderde rekenmethode ontvangen zij minder geld van het Rijk. Tegelijk krijgen gemeenten steeds meer taken, zonder dat daar voldoende geld tegenover staat.
Ook Goeree-Overflakkee voelt dit. Daarbij komt dat wij voor grote financiële opgaven staan, zoals de uitvoering van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs, de reconstructieprojecten van havens en het woningbouwprogramma. Onze gemeente heeft een grote oppervlakte en 14 kernen. Vrijwel elk kern heeft eigen voorzieningen. Vanaf de herindeling in 2013 is hier nauwelijks op bezuinigd. Denk aan schoolgebouwen, begraafplaatsen, havens en sportaccommodaties. Op de lange termijn kunnen we dat niet volhouden.

We stellen deze Kadernota 2026 op in een periode van tijdelijke financiële verlichting

Maar met blijvende structurele onzekerheden. De Voorjaarsnota van het Rijk stelt extra middelen beschikbaar voor 2025–2027. Deze zijn bedoeld om de daling in het gemeentefonds vanaf 2026 deels op te vangen en stijgende jeugdzorgkosten te dempen.
De invoering van de Hervormingsagenda Jeugd is uitgesteld tot 2028. Vanaf dat jaar krijgen gemeenten structureel te maken met tekorten door de taakstelling op jeugdzorg en de invoering van een eigenbijdrageregeling. Daarnaast zien we tegenvallers door te weinig compensatie voor inflatie. Hogere accresbijstellingen zijn vooral nodig om loon- en prijsontwikkelingen te dekken.
Laten we de tijdelijke ademruimte verstandig benutten. Er is een ernstige disbalans. De financiële context vraagt om meer dan technische doorrekeningen: het vraagt om scherpe politieke afwegingen. Waar zetten we op in? Wat stellen we uit? Wat gaan we niet meer doen?

De dreigende tekorten lossen we niet op met kleine ingrepen, er is meer nodig. Tegelijkertijd moeten we het grotere geheel blijven zien en blijven investeren in onze gemeente en gemeenschap. Niet alleen voor onszelf, maar juist ook voor onze toekomstige generaties. Omzien naar elkaar is belangrijk, ook in het kader van preventie en voorkomen van dure zorg. Hiervoor zijn veerkrachtige gemeenschappen met een goede sociale cohesie onontbeerlijk. Van oudsher zien we deze kracht in onze dorpen en daar zijn we trots op.

De Kadernota 2026 is daarmee niet alleen een financieel document, maar ook een richtinggevend instrument in onzekere tijden. Strategisch handelen is nu essentieel om onze maatschappelijke opgaven ook in de toekomst te kunnen verwezenlijken. Afwachten vergroot de tekorten.

Allereerst zijn relevante ontwikkelingen voor het komende jaar en specifieke onderwerpen veelal met financiële bijstellingen, kaders en nieuwe investeringen verwerkt bij de desbetreffende programmalijn.
Daarna volgt een hoofdstuk met financiële kaders. Alle financiële consequenties zijn verwerkt in een integraal financieel meerjarenperspectief. Gevolgd door een geactualiseerd financieel meerjarenperspectief 2026-2040.
Het laatste hoofdstuk omvat een overzicht en samenvatting van de kaders voor de Meerjarenbegroting 2026-2029.

Financiële samenvatting: negatief perspectief bevestigt urgentie

De Kadernota levert het volgende financieel perspectief op. 

Financiële samenvatting Kadernota 2026
 2026202720282029
Startpositie Begroting 2026:-4.836.800 -8.410.400-9.391.500-9.626.300
Structurele mutaties Kadernota 2026:749.200 772.100 -561.100 -762.400
Incidentele mutaties Kadernota 2026----
Prognose startpositie Begroting 2026-4.087.600-7.638.300-9.952.600-10.388.700

Daarbij blijven we als gemeente mede afhankelijk van de ontwikkeling van de Algemene uitkering uit het gemeentefonds. De uitkomsten van de Meicirculaire 2025 zijn op het moment van het opstellen van deze Kadernota nog niet bekend.

Ook de mutaties vanuit de eerste Tussentijdse rapportage 2025 zijn nog niet verwerkt in deze nota, omdat die rapportage op een later tijdstip wordt samengesteld. Het totaal financieel meerjarenperspectief waarin alle mutaties verwerkt zijn, volgt in deze Tussentijdse rapportage. Uw raad behandelt beide nota’s in dezelfde vergadering van 10 juli aanstaande.

Wel bekend is hoe de Provincie Zuid-Holland, als toezichthouder, onze Begroting 2026 toetst. Om voor repressief toezicht (toezicht achteraf) in aanmerking te komen, moet het jaar 2026 sluitend zijn. De meerjarenramingen 2027-2029 mogen een tekort laten zien. Is jaarschijf 2026 niet sluitend? Dan moet in ieder geval het laatste jaar van de meerjarenraming, 2029, sluitend zijn om opschuivende tekorten te voorkomen.

Het is duidelijk dat we als gemeentebestuur voor een forse uitdaging staan. Samen met u willen we als college en gemeentelijke organisatie werken aan een gezond meerjarig financieel beleid. We beschouwen het proces om te komen tot deze keuzes als constructief en meedenkend.
We zien dan ook met vertrouwen uit naar een verdere samenwerking om gezamenlijk de kaders richting de nieuwe Programmabegroting voor 2026 vorm te geven.
 

Namens het college,
Petra ‘t Hoen
Wethouder Financiën