Als u een bijstandsuitkering ontvangt van de gemeente mag de gemeente u vragen daarvoor een tegenprestatie te doen. Die tegenprestatie bestaat uit onbetaald werk dat nuttig is voor de samenleving.

Omschrijving

Een tegenprestatie bestaat uit activiteiten met de volgende kenmerken:

  • het zijn activiteiten voor een paar uur per dag of per week;
  • het zijn activiteiten voor enkele weken of maanden, dus niet voor lange tijd;
  • het is geen werk waarvoor u eigenlijk betaald moet worden. Het mag dus geen 'gewone baan' zijn;
  • het hoeft geen activiteit te zijn waarmee u uw kansen op betaald werk vergroot, zoals bij een participatieplaats of vrijwilligerswerk vaak wel het geval is. Maar de activiteit mag uw kansen op betaald werk ook niet in de weg zitten;
  • het moeten activiteiten zijn die u in staat bent om te doen. Dat wil zeggen dat de gemeente bij een tegenprestatie rekening moet houden met:
    • lichamelijke of psychische beperkingen;
    • de zorg voor (jonge) kinderen;
    • de zorg voor een hulpbehoevende partner of familielid (mantelzorg);
    • uw beheersing van de Nederlandse taal; en
    • de reistijd van uw huis naar de werkzaamheden.

Bespreek met de gemeente wat voor soort activiteiten u zou kunnen doen en wat voor u mogelijk is en wat niet.

Voorbeelden van tegenprestaties zijn:

  • koffie schenken in een wijkhuis;
  • leesouder zijn op school;
  • opknappen van speelplekken in de wijk;
  • taalmaatje zijn voor mensen die moeten inburgeren;
  • na een storm de takken van wandelpaden in het park verwijderen en ander klein natuuronderhoud.

Als de gemeente van u een tegenprestatie vraagt, maar u hieraan niet wilt meewerken, dan kan de gemeente u een maatregel opleggen. Dat betekent dat u één of enkele maanden een lagere uitkering krijgt.